Tegenvallende opbrengst en voederwaarde van ruwbeemdgras

Ruwbeemdgras is één van de meest voorkomende onkruidgrassen. Ruwbeemd doet het goed op vochtige klei- en veengronden, maar is slecht bestand tegen droogte. Momenteel zien we veel ruwbeemdgras in de percelen.

Zowel de drogestof-opbrengst als de voederwaarde van ruwbeemdgras zijn globaal 15-20% lager dan van Engels raaigras. Mede door de vroege doorschietdatum (18 mei) kan er snel verhouting optreden, waardoor de voederwaarde nog verder achteruitgaat. De lage voederwaarde heeft een negatieve invloed op de grasopname door de koeien, wat zorgt voor een verminderende melkproductie.

Wanneer je het grasland wilt herstellen is het belangrijk om eerst zoveel mogelijk ruwbeemd te verwijderen. Eggen zorgt ervoor dat ruwbeemdgras en andere slechte grassen en onkruiden worden verwijderd én de vilt laag wordt losgetrokken, waardoor er meer ruimte ontstaat voor goede grassen. Uit onderzoek van Wageningen Livestock Research binnen de PPS ‘Ruwvoerproductie en bodemkwaliteit’ is gebleken dat het eggen van blijvend grasland zorgt voor een 10% hogere opbrengst van de eerste snede in het voorjaar. Bij het eggen is het noodzakelijk dat de tanden voldoende strak staan afgesteld om succesvol onkruidgrassen te verwijderen.

Andere ruwvoer+ kennisbank artikelen