Onverklaarbare dunne mest? Denk ook aan heermoes.

Bodem en bemesting

Heermoes, maar ook Lidrus (akkerpaardenstaart en moeraspaardenstaart) kunnen problemen bij melkvee veroorzaken. In sommige regio’s zijn veel percelen waar deze onkruiden staan, met name langs slootkanten. Ze vestigen zich gemakkelijk op natte verslempte grond en breiden zicht uit via ondergrondse knopen en ze vormen diepe wortelstokken.

  • Heermoes en Lidrus zorgen voor vergiftiging.
  • De plant herkennen.
  • Hoe te bestrijden?

Giftige planten

Beide soorten horen tot de paardenstaartenfamilie. Bij herkauwers zijn er gevallen bekend van sterke teruggang in melkproductie, diarree en vermagering. Bij hoge opnames kan het zelfs verlamming veroorzaken. Vergiftigingen kunnen al optreden als dieren kuilvoer eten dat voor 5% paardenstaarten bevat. Ziekte verschijnselen treden dan al na enkele dagen voeren van de nieuwe kuil op. De giftigheid van de plant is afhankelijk van de groeiomstandigheden en de bewaaromstandigheden. Bij hoger temperaturen tijdens het inkuilproces schijnt de gifstof te worden afgebroken.

In de weide mijden koeien meestal de planten maar kan per ongeluk opgenomen worden. Bij zomerstalvoedering wordt het wel opgenomen. Advies is om besmette percelen met gras niet in te kuilen en af te voeren naar de mesthoop.

Hoe kun je de planten herkennen?

De akkerpaardenstaart en de moeraspaardenstaart lijken veel op elkaar. Je kunt ze herkennen aan de lengte van de leden en aan een dwarsdoorsnede. Bij Heermoes zijn de eerste leden van de dwarsstengels langer dan het eerste deel van de middenstengel. Bij Lidrus zijn de eerste leden korter dan het eerste lid van de middenstengel. Bij een dwarsdoorsnede van de stengel zie je bij Lidurs een klein gat in het midden en wat grotere gaten eromheen. Bij Heermoes zie je een groot gat in het midden en kleine gaten eromheen.

Bestrijding lastig

De bestrijding van Lidrus en heermoes is lastig door de enorme ondergrondse ontwikkeling. De helft van de wortelstokken zit dieper dan 25 cm en zijn moeilijk te bestrijden door het geringe bladoppervlak. Bovendien bevat het blad veel alkanen, ketonen en alcohol, waardoor met name de opname van wateroplosbare herbiciden erg slecht is.

Opties die je als veehouder hebt om deze onkruiden in grasland te onderdrukken zijn dan ook beperkt:

  • Chemische bestrijding door 2 keer te spuiten met een interval van 4 weken in de periode juni – augustus. Let op de spuitvrije zone langs de slootkant van 0,5 m.
  • Het uitputten van de plant door veelvuldig te maaien. Gezien de enorme ondergrondse wortelstokken is dit echter een kwestie van lange adem.

Advies

Wil je advies over welke chemische bestrijdingsmiddelen je het beste kunt toepassen? Neem dan contact op met de Agrifirm adviseur of bel de Klantenservice via T 088 488 12 10.

Andere ruwvoer+ kennisbank artikelen