Wat te doen als de snijmais nog gezaaid moet worden?
30 mei 2024
Door de uitzonderlijk natte omstandigheden heeft het zaaien van mais, vooral in het zuiden van ons land, vertraging opgelopen. Met de regen van afgelopen dagen duurt het nog langer voordat de snijmais gezaaid kan worden. Veel veehouders vragen zich af of het niet te laat wordt voor de inzaai van snijmais en wat eventuele alternatieven zijn.
Maïs is een kortedagplant. Dat betekent dat ze sneller in bloei komt bij kortere dagen. De reactie op de daglengte is rasafhankelijk. Vroegrijpende rassen hebben in het algemeen minder behoefte aan korte dagen dan laatrijpende rassen. Langere dagen in de periode tot aan het 4-5 blad-stadium leiden in het algemeen tot meer bladeren per plant en langere planten. Dit is onder meer het geval bij verlate zaai. Tot begin juni is het nog niet nodig om over te schakelen naar zeer-vroeg of een ultra-vroeg mais. Omschakelen levert maar een beperkt aantal dagen winst op. Pas richting de tweede week van juni adviseren we om over te schakelen naar vroegere rassen.
Verlaag de zaaidichtheid
Naarmate je later zaait is het advies om minder zaaizaad te gebruiken. De hoeveelheid maiszaad is afhankelijk van gebruik en zaaitijdstip. Des te later he zaait des te minder zaaizaad je nodig hebt. Dit om te voorkomen dat de standdichtheid te hoog wordt. Een te hoge standdichtheid geeft ijlere en zwakkere planten die langer zijn en ook meer legergevoelig. Over het algemeen kun je vanaf eind mei/ begin juni de volgende hoeveelheden zaaizaad aanhouden:
FAO 240 80.000 zaden
FAO 220 85.000 zaden
FAO < 220 85.000 (lange rassen) – 90.000 zaden (korte rassen)
T-som mede bepalend voor het kolfaandeel
De temperatuur beïnvloedt in sterke mate de ontwikkeling en groei van het gewas. Bij hogere
temperaturen zal de maïs sneller kiemen en vroeger bloeien. Een vroeger bloeiend gewas zal ook een hoger kolfaandeel en daarmee een hoger zetmeelgehalte en voederwaarde opleveren. Ook de
afrijping verloopt sneller waardoor het drogestofgehalte op een vroeger tijdstip voldoende hoog is om te kunnen oogsten. Evenals vorig jaar houdt Agrifirm de T-som voor snijmais bij. (De T-som is de temperatuursom van het daggemiddelde boven de zes graden). Bij warme omstandigheden zal de snijmais ondanks de latere zaai alsnog voldoende kolfaandeel kunnen vormen.
tot wanneer is het zaaien van mais nog succesvol?
Momenteel gaan er berichten rond dat je na 15 juni beter geen snijmais meer kunt zaaien omdat dan de opbrengst tegenvalt. Ook 1988 werd gekenmerkt door een zeer nat voorjaar en ging de snijmais laat de grond in. De opbrengst was in dat jaar vrijwel overal nog 12-15 ton ds. Wel was de voederwaarde lager. Met de genetica van toentertijd lag de voederwaarde nog vlot boven de 900 VEM. Het zetmeel is erg afhankelijk van het groeiseizoen. Kortom er zijn wat opbrengst weinig alternatieven die zo veel ds opbrengen als snijmais.
Gelijkzaai of onderzaai van het vanggewas
Om te voorkomen dat je het risico loopt dat er vóór 1 oktober onrijpe snijmais geoogst moet worden is het advies om te kiezen voor gelijkzaai of onderzaai van het vanggewas. Daarmee voldoe je aan de wetgeving en ben je minder weersafhankelijk. Wanneer er gekozen wordt voor onderzaai neem dan contact op met de loonwerker/Agrifirm Plant Adviseur. Er moet bij gelijkzaai/onderzaai een aangepast gewasbescherming worden uitgevoerd.
Conclusie is dat het zaaien minder vlot loopt dan gehoopt, maar dit is geen reden om mogelijke opbrengst te laten liggen en nu al over te schakelen naar (te) vroege rassen. Alle variëteiten uit de vroege en zelfs een aantal uit de midden-vroege groep zijn geschikt voor een zaai tot medio juni.